Toraja  voorouderverering 

Het dodenfeest van de Toraja is een apart ritueel. Zij zien de dood als het hoogtepunt van het leven. De overledene wordt gebalsemd en tijdelijk bewaard – dit kan soms wel een jaar of langer duren – waarna de overledene in de rotsgraven wordt geplaatst. Daar staan ook de dodenpoppen, tau-tau, die over de overledene en zijn afstammelingen waakt.

In de Toraja cultuur, is Tau-tau is een manier om de overledene uit te beelden. De Tau-tau wordt gezien als beschermers van het graf en van de levenden. En daarbij behouden ze de connectie tussen de overledene en de levende.

Het woord Tau-tau komt oorspronkelijk uit de term “tau” dat mensen betekent. De herhaling van het woord duidt volgens de Toraja op “iets dat lijkt op”. Vandaar dat Tau-tau kan worden omschreven als iets dat op mensen lijkt. Hoewel ze gebaseerd zijn op de fysieke vorm van de overleden, symboliseert Tau-tau de geesten waarvan wordt geloofd dat deze blijven bestaan in het hiernamaals (bekend als Poyo in de Toraja cultuur).

Volgens het Torajanese geloof (genaamd Aluk Todolo), gaat elk overledene naar poyo, de wereld waar alle geesten zijn verzameld. Maar ze kunnen naar Poyo gaan als ze alle juiste uitvaartceremonies hebben gedaan volgens hun sociale status. Vandaar dat de Tau-tau moet worden gemaakt van materialen die geschikt zijn met de sociale status van de overledene. Gebeurt dat niet, dan zal de geest vastzitten of verdwalen tussen twee werelden. Dit is de reden waarom de juiste en de perfecte uitvaartceremonie en ook de creatie van de Tau-tau cruciaal zijn voor de overledene en belangrijk zijn in het levenscyclus van elke Torajanees.

Voor diegene met een lagere sociale status mag de Tau-tau gemaakt worden van bamboe, voor de middenklasse, wordt er Tau-tau gemaakt van sandalwood of randu wood, en voor de hoogste klasse (of koninkrijk), wordt er Tau-tau gemaakt van de jackfruit wood. Daarnaast, worden buffelhoorn of botten gebruikt voor de oogbollen.

Tijdens het maken van een Tau-tau moeten er de nauwkeurige stappen volgen onder andere met specifieke rituelen, en een juist begin vanaf het kappen van de boom voor het hout. In het beeldhouwwerk proces, moet de maker vlakbij het lichaam van de overledene werken. Voor de uitvaartceremonie, draagt de Tau-tau het traditionele kostuum. De mannelijke Tau-tau draagt meestal een  sarong en de vrouwelijke Tau-tau draagt de traditionele ‘kebaya’ kleding. Tau-tau wordt versierd met hoofd ornamenten, een portemonnee gevuld met zilver en goud stukken, een heilig mes en andere erfstukken die hecht verbonden zijn met het koningschap en godheid.

Als de uitvaartceremonie compleet is, wordt de Tau-tau geplaatst op een balkon boven de klif of aan de buitenkant van de begraafplaats  waar het lichaam van de overledene ligt. Zulke “hangende kliffen” kunnen worden bezocht in het Londa dorp. De Torajanezen geloven dat de geest van de overledene gaat naar de Tau-tau en blijft leven waardoor de essentiële connectie tussen de dood en de levenden erdoor wordt behouden. Hoewel tegenwoordig de meeste Torajaneze tot het Christendom zijn bekeerd, blijft Tau-tau een belangrijk symbool van hun cultuur.